Heb je je ooit afgevraagd wat maakt dat je aan een roze olifant denkt als iemand je vraagt om dit vooral niet te doen?

Je zou kunnen zeggen dat je brein is samengesteld uit twee delen:

• Het rationele deel en
• Het gevoels- of intuïtieve deel.

Voor de verklaring van de hoofdvraag van dit blog richten we ons op het gevoels- of intuitieve deel van je brein. Dit deel voert als het ware opdrachten uit die jij je ten doel stelt. Het heeft alleen een ‘beperking’; het herkent geen woorden als ‘niet’, ‘on’ (onduidelijk, onzorgvuldig), ‘meer/minder’, ‘groter/kleiner’ en andere vormen van de vergrotende of overtreffende trap. Als jouw doel één van deze woorden bevat dan vertaalt dit deel van je brein het op een andere manier: het laat deze woorden weg.

Dus een doel zoals: “Ik wil niet te laat komen!” wordt vertaald als: “Ik wil te laat komen!”
Of een doel zoals: “Ik wil meer sporten.” wordt vertaald als “Ik wil sporten.” (wat je waarschijnlijk al best af en toe doet).

Door jezelf dit soort doelen te stellen, kom je dus uit bij datgene wat je juist niet wilt.
Een succesvol doel formuleer je door jezelf datgene voor te stellen wat je wél wilt (“Ik wil om half tien achter mijn bureau op kantoor zitten”) en door je doel concreet te stellen (“ik wil twee keer per week een uur spinnen in de sportschool”). Als dit een doel is dat ook goed voor je voelt dan zal je brein deze opdracht uitvoeren.  Je kunt jezelf dus in positieve zin aansturen.

Aangezien je brein razendsnel werkt en er vele gedachten in korte tijd worden verwerkt, kan het lastig zijn om je bewust te worden van de manier waarop jij je doel formuleert. Neem dus, zeker voor de belangrijke doelen in je leven, de tijd om hier bewust mee bezig te zijn. Maak een helder beeld. Schrijf je doelen op. Bestudeer ze; zijn dit doelen die je ècht wilt en zijn ze concreet genoeg?